Zowel Charles Snoeck, de programma manager van Beyond Chocolate, het Belgische initiatief voor duurzame chocolade, als Jean-Pierre Ernotte, raadgever International governance bij FOD Buitenlandse Zaken, hebben er dus drukke maanden opzitten. Beiden kijken echter met een positief gevoel terug op de WCC.
“We kunnen als land fier zijn om het Wereldkampioenschap cacao te hebben kunnen organiseren”, zegt Charles Snoeck. “Het illustreert dat België een leidende rol speelt binnen dit thema”.
Wat waren de centrale thema’s die besproken werden tijdens de WCC?
“Een leefbaar inkomen (living income) stond centraal tijdens deze conferentie”, zegt Charles Snoeck. “Er werd een belangrijke nieuwe stap gezet op het pad dat we sinds 2018 zijn ingeslagen. In dat jaar werd de vierde WCC georganiseerd, tijdens dewelke de Berlin Declaration werd aangenomen. In die verklaring werd naar voren geschoven dat cacao, en dus ook chocolade, onmogelijk duurzaam kon zijn als de boeren in armoede leven, en dat een lage prijs een duurzame oplossing in de weg stond.”
“De vijfde conferentie in Brussel ging op dit elan verder met als centrale slagzin “Meer betalen voor duurzame cacao". Een grote verdienste van deze WCC was dat er sterk werd ingezet op het transparant maken van de uitdagingen waarmee de sector kampt en de concrete manieren waarop deze uitdagingen aangepakt kunnen worden en de resultaten ervan gemonitord. We willen immers vermijden dat duurzaamheid een te vaag, of te vrijblijvend begrip blijft”, aldus Charles Snoeck.
“Het feit alleen al dat de WCC plaatsvond was een viering, een culminatie van de proactieve en transparante houding die de sector aanneemt ten aanzien van de veelvuldige uitdagingen”, zeggen Charles Snoeck en Jean-Pierre Ernotte. De definitie van wat duurzaam betekent werd verder verankerd aan het waarborgen van een leefbaar inkomen. Momenteel heeft 90% van de kleinschalige landbouwers van cacao nog geen toegang tot een leefbaar inkomen, vaak zelfs niet de helft van dat bedrag. Dat we dit monitoren, erkennen en er vervolgens transparant over communiceren op politiek niveau - want de ICCO is in de eerste plaats een forum voor beleidsmakers - is een grote verdienste. Met deze visie en attitude loopt de cacaosector voor op andere landbouwsectoren zoals koffie of palmolie, waar dezelfde uitdagingen rond mensenrechten en klimaat zich voordoen. Denk bijvoorbeeld aan de problematiek van kinderarbeid, of ontbossing.”
“Naast het erkennen van de uitdagingen werden ook best-practices gedeeld over hoe deze het beste het hoofd kunnen worden geboden. Monitoring van leefbaar inkomen is een onderwerp waar België de afgelopen jaren een voortrekkersrol in heeft gespeeld. Verschillende modellen die een leefbaar inkomen kunnen garanderen werden dan ook besproken tijdens de conferentie. Een voorbeeld daarvan is de “Open chain” aanpak, geïnitieerd door het Nederlandse merk Tony's Chocolonely, waarbij boeren referentieprijzen ontvangen die een leefbaar inkomen garanderen. Dit zorgt ervoor dat ze niet alleen uit hun kosten komen maar ook winst kunnen maken en het stelt hen bovendien in staat om investeringen aan te gaan. Ook de Belgische winkelketen Colruyt heeft, met financiële ondersteuning van Beyond chocolate, een model dat een leefbaar inkomen moet garanderen getest op kleinere schaal en de resultaten ervan gepresenteerd. Hun aanpak bleek een succes, waardoor ze het de komende jaren verder gaan opschalen. Hoewel België en de Europese Unie een belangrijke aankoper zijn van cacao is het uiteraard een globale markt. Daarom was het verhelderend om tijdens de WCC ook voorbeelden te delen als het income accelerator program van de multinational Nestlé, of een Amerikaans initiatief van de grote lokale verdeler Hershey’s.”
“De bovenstaande elementen hebben betrekking op hoe wij als consumerende landen het verschil kunnen maken, maar ook initiatieven en analyses van de producerende landen werden gretig gedeeld tijdens de WCC”, benadrukt Charles Snoeck. “Zo was het eerste publieke panel van de WCC gemodereerd door de Uitvoerend Secretaris van het Cote D'Ivoire-Ghana Cocoa Initiative, dat inzet op het opzetten van een economisch pact voor duurzame cacao, waarbij het inkomen van boeren een essentieel element is.
De conferentie eindigde met de Brussels Declaration. Wat waren de belangrijkste elementen?
“Wat ik opmerkelijk vind, terugkijkend op het proces, is dat we erin zijn geslaagd om de noodzaak om een leefbaar inkomen voor kleine producenten te verkrijgen als centraal thema hebben behouden, terwijl we deze centrale doelstelling met een hele reeks andere aandachtspunten hebben gecombineerd die ook belangrijk zijn voor kleine producenten”, geeft Jean-Pierre Ernotte aan. “Er wordt bijzondere aandacht besteed aan het recht op sociale bescherming, aan microkredieten, aan de rol van vrouwen in de cacao-economie, aan transparantie in het prijsvormingssysteem, aan de milieukosten, aan de aantrekkelijkheid van de cacaosector voor jongeren… en dit uiteraard zonder de middelen te vergeten om kinderarbeid af te schaffen en een doelstelling van nul-ontbossing te bereiken.
Op een gegeven moment vreesden we binnen de redactiecommissie dat er te veel van deze bijkomende aandachtspunten waren, maar tijdens de werkzaamheden hebben we, hand in hand met de producerende landen, duidelijk begrepen dat deze vragen deel uitmaken van ‘een geheel en deze onderling versterkend zijn.”
“Het andere positieve punt, waar België op heeft aangedrongen, licht Jean-Pierre Ernotte nog toe, is de noodzaak van monitoring en de ICCO heeft zich op dit punt geëngageerd in de tekst zelf (dit is de laatste paragraaf).”
Hoe kunnen we op het WCC en de Brussels Declaration verderbouwen?
“Er is met de WCC een momentum gecreëerd, het is nu inderdaad zaak om hier op verder te bouwen”, bevestigen Charles Snoeck en Jean-Pierre Ernotte.
“Het interessante aan de WCC is dat verschillende partijen worden samengebracht, elk hun uitdagingen toelichten en er toenadering gevonden kan worden. Dit weerspiegelt zich in de Brussels Declaration, die de verantwoordelijkheden erkent van de producerende landen, de consumerende landen en de privé sector.
“Bij de producerende landen kan het leiderschap van Ivoorkust en Ghana ter inspiratie dienen. Met hun initiatief wordt het eenvoudiger om de oorsprong van de cacao te achterhalen. Door een efficiëntere tracering worden risico’s weggenomen bij investeerders en handelaars uit landen die cacao invoeren.”
“De consumerende landen zouden op hun beurt dan weer moeten kijken naar hoe zij de producerende landen verder kunnen ondersteunen, aldus Charles Snoeck. “De chocoladesector creëert veel werkgelegenheid in België, zorgt voor overheidsinkomsten en een sterk imago. Hoe kan een deel van deze winst terugvloeien? Naar de cacaoboeren, maar evengoed naar de producerende overheden zodat deze kunnen investeren in productiviteit, traceerbaarheid of het professionaliseren van coöperatieven. Ik denk bijvoorbeeld aan ondersteuning van Enabel, het Belgische Ontwikkelingsagentschap”
“De privé sector moet ook betrokken blijven. Beyond Chocolate presenteerde tijdens de WCC samen met platformen uit Duitsland, Frankrijk, Zwitserland en Nederland een Gezamenlijke Verklaring over aanbestedingen (Joint Statement on Procurement). De visie is dat duurzame handel geen punt mag zijn waarop de privébedrijven elkaar beconcurreren, maar een pre-competitieve voorwaarde voor al de betrokken partijen. Daarvoor rekenen ze dan wel op de overheden, die voor een gelijk speelveld zorgen.”
“Om al deze uitdagingen tot een goed einde te brengen staat een langetermijnvisie centraal, besluiten Charles Snoeck en Jean-Pierre Ernotte. In die context was de WCC, met de Brussels Declaration als sluitstuk, een uitstekende springplank om verder te werken rond een wetgevend kader en beleidskader dat aan al de noden tegemoet komt.