Beyond Chocolate wil alle Belgische chocolade duurzaam maken tegen 2030. De focus ligt daarbij op een leefbaar inkomen voor de kleine cacaoboeren. Want alleen als de telers genoeg verdienen, worden ze niet gedwongen om bos te kappen en hun kinderen aan het werk te zetten. Maar hoe kunnen we de puzzel van een leefbaar inkomen leggen?

Het meest cruciale ingrediënt van onze heerlijke Belgische chocolade zijn natuurlijk de cacaobonen. Bijna driekwart – 72% – van de Belgische import van cacao komt uit Ivoorkust, Ghana en Nigeria. En dat gebeurt niet in grote plantages, maar door naar schatting ruim 270.000 cacaoboeren die elk maar over een relatief klein lapje grond beschikken, vaak hooguit 2 hectare.
 

Extreme armoedeval

De meeste kleinschalige cacaoboeren zitten gevangen in een (extreme) armoedeval. Ze hebben geen toegang tot water, sanitaire voorzieningen, elektriciteit, infrastructuur en zo meer. Op hun lapje grond halen ze ongeveer 450 kg cacaobonen per hectare en daar krijgen ze maar een zeer lage prijs voor. Bovendien is door de klimaatverstoring de oogst zeer onvoorspelbaar geworden. Het voorbije seizoen bijvoorbeeld oogstten ze maar een dramatische 200 kg per hectare (zie verder).

Bijgevolg kunnen ze vaak niet eens de kosten van hun teelt dekken, laat staan dat ze voldoende kunnen investeren om hun productie op te drijven. Als ze dus hun kinderen laten meewerken of uitsturen om elders te helpen, dan doen ze dat uit pure noodzaak. Ze hebben geen andere keuze! Hetzelfde geldt voor het stukje bos dat ze kappen om wat meer land te kunnen beplanten.

Als we dus werkelijk duurzame cacao willen – vrij van ontbossing, vrij van kinderarbeid… – moeten we ons in de eerste plaats richten op een leefbaar inkomen van de cacaoboeren. Dat houdt in dat ze in hun levensonderhoud kunnen voorzien en hun bedrijf kunnen laten draaien. In feite is een leefbaar inkomen niets minder dan een mensenrecht.
 

Voortrekker Beyond Chocolate

Die les heeft Beyond Chocolate goed begrepen. Met dat initiatief besloot België in 2018 – niet alleen de overheid, maar ook de chocolademakers, de supermarkten, de ngo’s… – om alle Belgische chocolade duurzaam te maken tegen 2030. De Belgische overheid vroeg aan IDH om het Beyond Chocolate-programma te beheren.

Algauw waren alle betrokkenen het er over eens dat dat enkel mogelijk is als de cacaoboeren uit hun armoedeval raken. Want van zodra de boeren goed kunnen leven van hun werk, zullen ze niet meer de nood voelen bossen te kappen of hun kinderen aan het werk te zetten.

Ons land was daarmee een echte voortrekker. Duitsland nam al in 2012 een gelijkaardig initiatief, Zwitserland begon er enkele maanden voor het Belgische Beyond Chocolate aan. Maar het Belgisch initiatief was wel het eerste om expliciet leefbare inkomens als doel voorop te stellen. Later hebben zowel Duitsland als Zwitserland hun benadering aangepast. Nadien kwamen er ook een Frans en Nederlands initiatief die eveneens inzetten op een leefbaar inkomen als doel.

 

De formule van een leefbaar inkomen (© Beyond Chocolate).
De formule van een leefbaar inkomen (© Beyond Chocolate).

 

De puzzel van een leefbaar inkomen

Maar hoe bereik je een leefbaar inkomen? Gedurende 20 à 30 jaar richtte men zich bijna uitsluitend op productiviteit. In de zin van: als de cacaoboer dubbel zoveel kan produceren, zal hij dubbel zoveel verdienen. Al is productiviteit - de opbrengst van de cacaobomen – cruciaal, het is slechts één factor van een leefbaar inkomen! We raken er alleen als we een holistische visie hanteren en rekening houden met alle factoren.

Hieronder geven we een woordje uitleg bij elk van de income drivers, de factoren die samen tot een leefbaar inkomen leiden.

  • Prijs

    Als je een hogere prijs betaalt, heb je natuurlijk een directe impact op het inkomen van een producent. Bovendien is de prijs een factor waar de chocoladebedrijven het makkelijkst iets aan kunnen veranderen. Dat hebben een aantal ondertekenaars van Beyond Chocolate goed begrepen. Zo zijn er steeds meer bedrijven die een hogere prijs betalen dan de marktprijs via extra premies voor de cacaoboer. Die premies brengen ook meer zekerheid voor de producent. En dat is een hele verbetering aangezien de markt van cacaobonen af te rekenen heeft met extreem volatiele prijzen.

    Op dit moment staat de marktprijs van cacao – de prijs die Belgische chocoladebedrijven betalen - op een recordhoogte van ruim 5.000, tot zelfs 7.000 dollar per ton. In 2017 bedroeg de prijs slechts 1.600 dollar per ton. Oorzaak: een te lage productie als gevolg van overvloedige regen. Omwille van de slechte oogst zullen de hoge prijzen wellicht nog even aanhouden, maar het is belangrijk om nu al te anticiperen op een instorting van de prijzen als er weer meer productie is.

    Als men werkt richting leefbare inkomens, is het dus essentieel om strategieën te ontwikkelen die het risico op een prijsinstorting voor de boeren kunnen verminderen. En om boeren te beschermen als die crash er toch komt. Dat kan onder andere via directe premies omdat zij de farmgate-prijzen – de prijs die de boer daadwerkelijk ontvangt – verhogen en stabiliseren.

    Via certificatie en duurzaamheidsprogramma’s worden al premies betaald, maar die zijn vaak onvoldoende om een echte sprong te maken op vlak van inkomen. Bijkomende premies kunnen het gat naar echt leefbare inkomens dichten. Zo betalen enkele partners van Beyond Chocolate de laatste jaren al een significant hogere prijs, de zogenaamde living income reference price – onder andere Tony’s Chocolonely. Sommige supermarkten werken met een privaat label: Boni (Colruyt), Way to Go (Lidl), Choco Changer (Aldi) en Delicate (Delhaize).

    Naast bedrijven spelen ook de overheden van producerende landen een belangrijke rol. Zo introduceerden Ivoorkust en Ghana enkele jaren geleden het Ghana Côte d’Ivoire joint initiative. Het achterliggende idee is dat er in het verleden veel aandacht is gegeven aan de milieu- en sociale pijler (kinderarbeid, ontbossing), maar te weinig aan de economische pijler. De twee landen werken nu samen om stabiele en eerlijke prijzen voor boeren te verzekeren.
     

  • Land

    In Ghana en Ivoorkust moet het land verdeeld worden over heel veel kleinschalige boeren. Daardoor beschikken ze elk maar over een klein perceel, vaak niet meer dan 2 hectare.

    Bovendien hebben ze – 60 à 70% is pachter – vaak geen zicht op een langdurig gebruik van het land zodat ze niet het nut inzien om er extra in te investeren (zie volume). Degelijke rechten op landgebruik zijn dus essentieel. Ze kunnen gerealiseerd worden in samenwerking met lokale overheden.
     

  • Volume

    Het inkomen wordt vanzelfsprekend mee bepaald door het volume aan cacaobonen dat de boeren kunnen oogsten. En dat volume hangt af van de productiviteit: hoeveel opbrengst halen ze per hectare? Vanaf wanneer is de productie van cacao rendabel?

    Ter illustratie. In West-Afrika halen de meeste cacaoboeren ongeveer 450 kg per hectare, terwijl een goed beheerde plantage 800 kg per hectare moet kunnen opbrengen. In Latijns-Amerika – weliswaar met andere variëteiten – halen ze zelfs 1.000 tot 1.500 kg per hectare.

    Door de hevige regenval haalden de West-Afrikaanse boeren vorig seizoen uitzonderlijk zelfs maar 200 kg per hectare. Onder andere omdat er door de regen minder bloemen verschenen en de cacaobomen aangetast werden door virale en schimmelziekten.

    Met een hogere productiviteit valt dus veel winst te boeken. De productiviteit opdrijven kan op velerlei manieren. Zo leveren cacaobomen de meeste vruchten tussen hun 5 en 25 jaar. Idealiter zou jaarlijks 1/5 van de plantage moeten vernieuwd worden om continu voldoende productieve bomen over te houden.

    Boeren kunnen ook boslandbouw toepassen. Cacaobomen gedijen veel beter onder andere, grotere bomen die schaduw geven. Als die schaduwbomen ook nog eens een interessant product leveren – zoals brandhout voor de keuken – dan brengt dat meteen extra inkomsten in het laatje (zie diversificatie).

    Verder kunnen ze allerlei goede landbouwpraktijken toepassen zoals goed snoeien, de juiste plantafstand respecteren, pestbeheer, wieden en net genoeg bemesten. Ook de kwaliteit van de bonen speelt een rol: kwaliteitsvolle bonen halen een hogere prijs. Bovendien zullen al deze maatregelen de teler weerbaarder maken tegen de grillen van de klimaatverstoring.

    Boeren die in een extreme armoedeval zitten, kunnen zich deze investeringen – die geld en arbeid vergen – niet veroorloven. Of de mogelijke, te geringe meeropbrengst lijkt hun niet de moeite waard. Met specifieke premies – bijvoorbeeld om te snoeien of schaduwbomen aan te planten – kunnen ze gestimuleerd worden.
     

  • Versterking van coöperatieven

    Via het Trade for Development Centre zet ons land ook in op coaching van coöperaties (= groeperingen van cacaoboeren). Vooreerst staan boeren veel sterker via coöperaties, maar het is ook belangrijk dat ze weten hoe ze zich beter kunnen profileren op nationale en internationale markten, bijvoorbeeld door betere communicatie, deelname aan beurzen, de juiste contacten met inkopers en zo meer. Sterkere coöperaties leiden tot een hoger inkomen van de leden.
     

  • Diversificatie

    Waar mogelijk dienen cacaoboeren aangemoedigd te worden om hun inkomen niet uitsluitend te laten afhangen van cacao. Met andere woorden: op zoek te gaan naar andere bronnen van inkomsten. Dat kan door extra teelten zoals maniok of rijst of ook legkippen. Niet voor eigen verbruik, maar om te verkopen. Tevens door nuttige schaduwbomen aan te planten zoals bananen en bakbananen. Als ze met hun schaduwbomen koolstof opslaan, kunnen ze daarvoor mogelijk koolstofkredieten opstrijken. Boeren kunnen ook extra inkomsten zoeken buiten de landbouw.
     

  • Productiekosten

    Een teler heeft natuurlijk ook kosten om zijn productie mogelijk te maken. En die kosten moeten afgetrokken worden van de bruto inkomsten. Hoe hoger de kosten, hoe lager het uiteindelijke inkomen. Zo zijn recent de prijzen van kunstmest, pesticiden, energie en transport enorm gestegen. Ook tijdelijke werkkrachten kunnen een kost zijn of de verwerking (drogen, fermenteren).

    Agro-ecologische technieken kunnen de nood aan input – mest, pesticiden - sterk verlagen. Denk aan het zo veel mogelijk benutten van organisch afval, vakkundig snoeien, duurzaam bodembeheer en zo meer. Subsidies om tijdelijke werkkrachten te betalen, kunnen eveneens een duwtje in de rug geven.
     

Cacao als motor van economische ontwikkeling

Om werkelijk resultaat te halen, moeten al deze factoren voortdurend samen in ogenschouw genomen worden. En dat is wat Beyond Chocolate voor ogen heeft. Hoe complex ook, alle spelers van de Belgische chocoladesector blijven sterk gemotiveerd om tegen 2030 een leefbaar inkomen te halen bij alle cacaotelers die aan België leveren.

In 8 pilootprojecten die via Beyond Chocolate worden ondersteund – deels met overheidsgeld, deels gefinancierd door chocoladebedrijven – wordt er met succes geëxperimenteerd welke maatregelen helpen om een leefbaar inkomen te realiseren. Een mooi verhaal is dat van de cacaocoöperatie Yeyasso in Ivoorkust.

Meer nog, idealiter moet het mogelijk zijn om via de cacaosector in bijvoorbeeld Ivoorkust en Ghana de hele economie van die landen op te krikken. De cacaosector kan zo de motor worden voor een diversificatie van de volledige economie. Zodat de kinderen kunnen studeren en toegang krijgen tot andere jobs, terwijl sommigen verder gaan met de cacaoteelt waar ze goed aan kunnen verdienen.

 

De cacaosector moet nieuw leven ingeblazen worden opdat de jongeren nog een toekomst zien als cacaoteler (© Beyond Chocolate).
De cacaosector moet nieuw leven ingeblazen worden opdat de jongeren nog een toekomst zien als cacaoteler (© Beyond Chocolate).

 

Tevreden cacaoboeren

Uiteindelijk is het voor de Belgische chocoladesector levensnoodzakelijk dat de cacaoteelt winstgevend wordt. Veel kinderen van cacaoboeren hebben op dit moment weinig zin om de stiel verder te zetten, precies omdat het vele werk niet loont. Of de boeren stappen over op andere gewassen zoals rubber die meer opbrengen. Sommigen verkopen hun land, in Ghana bijvoorbeeld aan illegale mijnwerkers.

De cacaoteelt moet dus nieuw leven ingeblazen worden. Dat zal een investering vergen van een deel van de rijkdom die de chocoladesector – de melkkoe van de Belgische economie – ons land oplevert. Zonder tevreden cacaoboeren kan nu eenmaal ook de Belgische chocolade niet stralen! Meteen kan ons land marktleider worden voor producenten van duurzame cacao. Bij Beyond Chocolate blijven ze alvast stevig aan de kar trekken.

Met dank aan Charles Snoeck en Marloes Humbeeck van Beyond Chocolate voor de input.

 

Sources

https://diplomatie.belgium.be/nl/beleid/beleidsthemas/uitgelicht/hoe-kunnen-we-de-cacaoteelt-echt-duurzaam-maken

SDGs