De algemene doelstelling van de Belgische ontwikkelingssamenwerking is duurzame menselijke ontwikkeling. Om dit doel te bereiken, onderneemt zij acties die plaatselijke initiatieven ondersteunen met het oog op duurzame en inclusieve economische groei, verbetering van de levensomstandigheden van de bevolking in de partnerlanden en het uitbannen van armoede, uitsluiting en ongelijkheid.  

Voor België betekent ontwikkelingssamenwerking werken aan een duurzame wereld zonder armoede, waarin elk individu eerlijke kansen heeft, en dit in een breder perspectief van vrede en veiligheid. De ontwikkelingssamenwerking moet de Belgische burgers ook sensibiliseren en informeren over het samenwerkingsbeleid en de gezamenlijke visie op de Noord-Zuidsolidariteit versterken. 

Ontwikkelingssamenwerking gaat dus veel verder dan het boren van waterputten en het bouwen van scholen. Maar het meeste van dit werk is niet erg zichtbaar.  

Nochtans draagt iedere burger bij aan de ontwikkelingssamenwerking: via belastingen, via initiatieven van de particuliere sector, door schenkingen te doen aan organisaties die bezig zijn met internationale samenwerking of door zelf burgerinitiatieven voor internationale solidariteit op poten te zetten. 

 

De partnerschappen van de Belgische ontwikkelingssamenwerking (financieringskanalen) 

Om haar doelstellingen te realiseren steunt de Belgische ontwikkelingssamenwerking op verschillende partnerschappen. De belangrijke partnerschappen zijn:  

 

Gouvernementele Samenwerking:  

  • Met overheden van de ontwikkelingslanden en andere donoren aanwezig in de partnerlanden.  

  • Via Enabel, het ontwikkelingsagentschap van de Belgische federale regering. Enabel voert het Belgische beleid op het vlak van gouvernementele ontwikkelingssamenwerking uit in België zelf en in de 14 partnerlanden. Het agentschap voert ook programma’s uit in opdracht van andere donoren, bijvoorbeeld voor de Europese Unie. 

  • Via de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (BIO), diebinnen de Belgische ontwikkelingssamenwerking een van de sleutelactoren is op het gebied van de financiering van de lokale privésector.  

 

Niet-gouvernementele Samenwerking:  

Het doel van een erkenning als actor van de niet-gouvernementele samenwerking is die organisaties te selecteren die er garant voor staan om subsidies op een verantwoorde en efficiënte manier te besteden.  

De erkenning als actor van de niet-gouvernementele samenwerking (ANGS) is een van de voorwaarden voor een organisatie om toegang te krijgen tot publieke financiering voor haar ontwikkelingssamenwerkingsactiviteiten. Ze wordt verkregen na gunstig onderzoek naar de performantie van het beheerssysteem van de organisatie volgens welbepaalde voorwaarden. De accreditatie wordt verleend voor een periode van 10 jaar en het onderzoek om deze te verkrijgen wordt om de 5 jaar georganiseerd. Het volgende onderzoek zal plaatsvinden in 2025 en 2026.  

Momenteel zijn 94 organisaties geaccrediteerd:  

  • 3 Federaties: ACODEV, NGO-Federatie en FIABEL. Zij vertegenwoordigen alle erkende organisaties, volgens hun categorie en/of hun taalregime.  

  • 9 Institutionele Actoren (AI), dit zijn organisaties die zijn opgericht door een federale, gemeenschaps-, regionale, provinciale of gemeentelijke overheid, of die er direct of indirect door worden gecontroleerd of beheerd.  

  • 82 ngo’s, dit zijn vzw’s die voortkomen uit het Belgische verenigingsleven ten gunste van internationale solidariteit. Twee organisaties hebben zowel een erkenning als ANGS en tegelijk als koepel: 11.11.11 en CNCD-11.11.11  

 

Multilaterale organisaties : 

In een intens verbonden wereld hebben beslissingen en gebeurtenissen aan de andere kant van de wereld een impact op België. Om zich flexibel op te stellen en efficiënt te anticiperen in een globaliserende context, is multilaterale samenwerking hoogstnoodzakelijk. Daarom kan het belang van internationale samenwerking met multilaterale actoren niet voldoende benadrukt worden.  

De Belgische ontwikkelingssamenwerking werkt in essentie met drie groepen van multilaterale partners:  

  • de VN-instellingen en -agentschappen;  

  • de Europese Unie;  

  • de ontwikkelingsbanken.  

De multilaterale samenwerking is goed voor een aandeel van om en bij de 40% van het totale budget en zo een centrale pijler binnen de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Dit stemt overeen met het engagement van de regering als pleitbezorger van een efficiënt multilateralisme.  

Een volledig overzicht van de partnerschappen van de Belgische ontwikkelingssamenwerking en de financiering.  

 

Humanitaire Hulp  

Het aantal natuurrampen en complexe conflictgerelateerde crises, en de impact ervan, is de afgelopen jaren aanzienlijk toegenomen. De plaatselijke, en vaak ook de nationale, autoriteiten hebben niet altijd de capaciteit om deze rampen het hoofd te bieden. Deze crisissen veroorzaken niet alleen aanzienlijke schade op het moment dat ze zich voordoen, ze verslechteren ook de sociaal-economische structuur en maken de slachtoffers van de verwoeste regio’s op lange termijn afhankelijk van externe hulp.  

Bijgevolg, en parallel met haar werkzaamheden op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, is België ook actief op het gebied van humanitaire hulp. Hoewel deze twee gebieden sterk op elkaar lijken, zijn er toch grote verschillen tussen beide.   

Het doel van humanitaire hulp is een op de behoeften afgestemde noodhulp te verstrekken om levens te beschermen, menselijk lijden te voorkomen en te verlichten en de menselijke waardigheid te vrijwaren, wanneer de nood zich voordoet en regeringen en plaatselijke actoren overweldigd, onmachtig of onwillig zijn om op te treden.   

Naleving van de humanitaire beginselen (menselijkheid, onpartijdigheid, neutraliteit en onafhankelijkheid) zorgt ervoor dat iedereen in nood kan worden geholpen, maar beschermt humanitaire actoren er ook voor te werken voor de ene partij en ten koste van de andere.  

 

De Belgische Ontwikkelingssamenwerking in cijfers  

In de jaren ʼ70 werd internationaal overeengekomen dat de officiële ontwikkelingshulp (ODA) van de donorlanden minstens 0,7% van hun bruto nationaal inkomen (BNI) zou moeten bedragen. Ook België heeft deze norm ingeschreven in de wet van 2013 betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking. Door de moeilijke budgettaire omstandigheden ten gevolge van de financiële crisis en vervolgens de COVID-19 maatregelen en, meer recentelijk, de energiecrisis, heeft België dit doel nog niet kunnen behalen.   

De ODA kende een sterke groei tijdens de periode 2008-2010, met 0,64% van het BNI als uitschieter in 2010 - het hoogste ODA-cijfer dat door België ooit bereikt werd. De Belgische officiële ontwikkelingshulp viel echter geleidelijk terug tot 0,45% in 2017. Volgens een binnen de EU afgesproken positie dienen de lidstaten evenwel tegen 2030 de 0,7%-norm te behalen.  

 

Waaruit bestaat de Belgische officiële ontwikkelingshulp? 

  • financiering via de begroting voor ontwikkelingssamenwerking (ongeveer twee derden van de totale officiële ontwikkelingshulp) 

  • financiering via andere federale overheden en via de Europese Commissie 

  • een deel van de kosten voor de opvang van vluchtelingen

  • bijdragen van gewesten, gemeenschappen, provincies en gemeenten 

  • internationaal afgesproken schuldkwijtscheldingen 

In 2022 vertegenwoordigde de totale Belgische ontwikkelingshulp ongeveer 0,45% van het BNI, waarvan 1.291 miljard euro op budgetten DGD. In 2022 besteedde België ook 189 miljoen euro aan humanitaire hulp.

 

 

Top 10 landen Belgische ontwikkelingssamenwerking 2022

Cijfers ODA Belgie 2022

Waarom transparantie ?

Transparantie met betrekking tot officiële hulpstromen is cruciaal voor de effectiviteit van de ontwikkelingssamenwerking. Zo is transparantie een van de 5 sleutelelementen in de Aid Effectiveness-agenda. Het idee werd voor het eerst officieel verwoord en breed onderschreven door de internationale gemeenschap in de "Paris Declaration on Aid Effectiveness" (2005), en verder uitgewerkt in de "Accra Agenda for Action" (2008) en het "Busan Partnership Agreement" (2011). 

Om deze transparantie te promoten en vorm te geven, ging in 2008, tijdens het reeds vermelde High Level Forum on Aid Effectiveness in Accra, het ‘International Aid Transparency Initiative’ (IATI) van start, op initiatief van een aantal bilaterale donoren, partnerlanden en ngo's. 

Transparantie zorgt er immers voor dat donoren hun inspanningen kunnen coördineren, zodat overlappingen of leemtes in de samenwerkingen vermeden worden. Partnerlanden kunnen ook beter hun budgetten plannen. En beiden kunnen ter verantwoording geroepen worden: door elkaar, hun volksvertegenwoordigers, de civiele maatschappij, of rechtstreeks door de burger. 

 

Wat vindt men op dit data-portaal ?

Op dit portaal vindt u alle projecten, programma's, internationale bijdragen, humanitaire hulp, of andere uitgaven sinds 2014, die deel uitmaken van de officiële Belgische ontwikkelingssamenwerking en die aangerekend worden op de budgetten van de Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp (DGD) 

Daarnaast schuiven we ook een aantal "Verhalen" naar voor, gekozen omwille van hun vernieuwende aanpak, of omdat ze de prioriteiten van de beleidsmakers illustreren, of omdat ze laten zien hoe je in moeilijke omstandigheden creatief moet zijn om oplossingen te bedenken. 

Het Belgische ontwikkelingsbeleid focust zich immers vooral op de allerarmste, meest kwetsbare landen. Zulke landen kampen vaak met instabiele of zelfs ontbrekende staatsstructuren, waardoor het niet vanzelfsprekend is om iets duurzaams op te bouwen. Om daar een duurzame ontwikkeling te ondersteunen, probeert België via haar partnerschappen een verschil te maken, ondanks de schaarse middelen. 

We werken onze selectie van illustratieve verhalen regelmatig bij. U vindt ze op de "Verhalen" pagina.

 

Praktische opmerkingen 

Op de pagina "Data" kunnen de door de DGD gesteunde activiteiten vanaf 2014 gezocht worden op basis van de parameters partnerland, sector, uitvoerder, of een combinatie daarvan. Vele projecten ondersteunen een partnerland in zijn geheel, zoals bij de modernisering van onderwijs- of landbouwministeries. 

Algemene bijdragen (core funding) aan internationale organisaties zoals het Rode Kruis of Unicef kunnen ook niet gelinkt worden aan specifieke landen. Dit geldt eveneens voor sensibiliseringsprojecten die de burgers informeren, of algemeen onderzoek rond ontwikkeling door universiteiten of andere onderzoekscentra.  

Daarom werden de algemene bijdragen aan internationale organisaties per sector opgedeeld, om een zo volledig en correct mogelijke weergave aan te bieden van de verdeling van de internationale samenwerkingen.