General information

Title
t least 65.990 children with vision problems in Tanzania have access to qualitative eye care services in order to enroll the children with a visual impairment (VI) in primary education so that they achieve the functional basic skills, essential for future life.
ID
XM-DAC-2-10-2701
CRS ID
2021C02701
Start date
End date
Activity status
Completion
Budget
€2.019.484
Actor
NGO Light for the World
Country
TANZANIA
Sector
Health - Medical services
Aid type
Core support to NGOs, other private bodies, PPPs and research institutes
Priority partner country
Yes
Fragile state
No
Least developed country
Yes
Budgetline
54 20 356072 NGO Programs
Finance type
GRANT
Tied status
No
Flow type
ODA
SDGs
Body

General

De specifieke doelstelling van het programma in Tanzania luidt als volgt: “Minstens 65.990 kinderen met visuele problemen in Tanzania hebben toegang tot kwalitatieve oogzorg. Zo kunnen de kinderen met een visuele beperking lagere school volgen en de functionele basisvaardigheden verwerven die essentieel zijn voor hun verdere leven.” Dit programma wil ertoe bijdragen dat personen met een beperking, in dit geval met een visuele beperking, gelijke kansen krijgen en dit op alle levensdomeinen. Daarvoor is het belangrijk om een sterke basis te leggen tijdens hun kindertijd. Door middel van (lager) onderwijs leren de kinderen rekenen, schrijven en lezen. Ze bouwen algemene kennis op en ontwikkelen zich als persoon. De specifieke leernoden, die deze kinderen in staat stelt om het schoolcurriculum te volgen, worden aangeleerd door ‘Itinerant Teachers (IT)’. Deze activiteiten worden in de literatuur ook wel ‘extra-curriculaire activiteiten’ genoemd. Het gaat ondermeer om de volgende vaardigheden: oriëntatie en mobiliteit, opdat de kinderen zich zouden kunnen verplaatsen binnen de school, en van huis naar school; therapie voor slechtziende kinderen waarbij ze hun low vision hulpmiddelen leren gebruiken en het restzicht wordt getraind; training van de tactiele zintuigen; (pre-)braille. Voorwaarde om toegelaten te worden tot dit ‘Itinerant Teaching Program (ITP)’ is dat de kinderen alle mogelijke medische oogzorg hebben gekregen die ze nodig hebben. De diagnose van blind- of slechtziendheid wordt immers pas gesteld na medische correctie. Door middel van vroegtijdige detectie kan blindheid ook vermeden worden. Een baby van vijf maanden die geopereerd wordt voor congenitale cataract, zal na de operatie perfect terug zien. Ook refractiefouten zoals bijziend of verziend, kunnen perfect gecorrigeerd worden mits het dragen van een bril. Zonder correctie kan dit leiden tot blindheid. Vandaar dat in dit programma sterk wordt gefocust op preventie door middel van onder andere bewustwordingscampagnes en vroegtijdige detectie. Na een pre-screening worden kinderen met een visus van - 6/18 doorverwezen naar districts- en/of regionale hospitalen en tenslotte, indien aangewezen, naar gespecialiseerde ziekenhuizen op tertiair niveau. Niet elk district biedt oogzorg aan. Ook op regionaal niveau zijn er heel wat uitdagingen: onvoldoende gekwalificeerd personeel, gebrek aan uitrusting en materiaal, etc. In dit programma worden twee hospitalen met een doorverwijsstatus (referral hospitals) ondersteund: oogpersoneel wordt getraind, materiaal wordt aangekocht. Hier hebben niet enkel de kinderen uit het programma baat bij (de eindbegunstigden), maar de hele gemeenschap uit die twee regio’s van de twee referral ziekenhuizen. Door oogzorg dichter bij de mensen te brengen verlagen niet enkel de transportkosten, de tijd die men van thuis weg is en daardoor geen inkomen verdient, maar ook voor een stuk de onwetendheid met betrekking tot oogziektes en mogelijke behandelingen. Gedurende de vier jaar dat oftalmologen voor deze ziekenhuizen worden opgeleid, organiseert een gespecialiseerd hospitaal outreaches in die regio’s om de kinderen reeds te behandelen en het overige oogpersoneel te trainen. In deze twee regio’s wordt ook een ITP opgericht. Gespecialiseerde hospitalen, zoals KCMC en CCBRT, kunnen pas hun kennis en vaardigheden doorgeven als ze zelf voldoende personeel hebben, de staff voldoende getraind is en op de hoogte van de allerlaatste ontwikkelingen en technieken. Er wordt dan ook aandacht besteedt aan verdere professionele ontplooiing en permante vorming. Een succesvolle implementatie van een programma vraagt om partners die performant zijn en voldoende sterk op organisationeel vlak. In dit programma wordt hierop ingezet door het ondersteunen van een sterker financiëel management en een (digitaal) monitorings- en evaluatiesysteem bij één van de partners. Een

Disclaimer: Country borders do not necessarily reflect the Belgian Government's official position.

SDGs

SDGs